Etappe 8: Arras (F) – Brugge (B): 159 km – 693 hm

Mooie liedjes
Een dag na aankomst van dit waanzinnige avontuur denk ik al met heimwee naar de eerste dag. Al ben ik zeer gelukkig bij m’n kroost en liefste vrouwtje en kunnen mijn spieren – en andere onderdelen – een dagje rust wel appreciëren, ik begin toch een redelijke dosis gemis te ontwaren… Gemis naar het gezellige rumoer en gezonde stress bij het ontwaken in een turnzaal, gemis naar de claxon van de volgwagen,  gemis naar een schijnbaar onuitputtelijke voorraad aan flauwe moppen, gemis naar het afzien bergop, het genieten bergaf… Maar ook het gemis naar 11 uitzonderlijke mensen met elk hun buitengewone kwaliteiten en allen het hart op de juiste plaats. Ik wil alle compagnons-de-route nogmaals bedanken voor deze onwaarschijnlijk mooie ervaring. Jullie zijn de max!

Helaas, aan alle mooie liedjes komt een eind. Maar er is geen eind zonder punt. Bij deze houd ik me eraan ook nog de gebeurtenissen van de laatste dag, in deze blogstek, neer te pennen.

Vimy Memorial
Ontwaken op de laatste dag is hoe dan ook speciaal. Waarschijnlijk omdat we het sluitstuk aan onze tocht mogen breien en/of omdat op de vooravond hiervan één (of twee) ‘stevigere’ biertjes werden genuttigd. Na het laatste ochtendmaal in het klooster van Arras, vertrekken we voor de laatste 160 km van EnBoc 2018. Meer en meer Canadese begraafplaatsen en monumenten liggen links en rechts verspreid langs onze route. In totaal hebben meer dan 60.000 Canadezen het leven gelaten in de Eerste Wereldoorlog. Het Canadian National Vimy Memorial, zoals het monument officieel heet, is gewijd aan hun herinnering. Het monument beslaat een terrein van 107 hectaren, met mijnenkraters bezaaid en met bomen beplant. Van de tunnels en loopgraven is een deel bewaard gebleven. Zij maken de bitterheid van de strijd die de Canadezen op 10 april 1917 geleverd hebben om deze heuvelrug in te nemen en zo de weg naar het bezette Arras vrij te maken invoelbaar. We worden er allemaal stil van. We houden er halt aan het imposante monument en kijken uit over de steenkoolterrils die in de verte zijn ingeslapen.

Dekselse derailleur
Bij het verlaten van de site stuurt de gps ons nog  even rond het monument. Even dalen en meteen terug omhoog. Bij het snel schakelen van grote naar kleine kransjes kan al eens iets fout gaan. Met fiets over de schouder wandelt pechvogel van dienst ‘Stunning Steve’ richting camionette. We laden de reservefiets uit, wisselen pedalen en voor we het weten klimmen we nog een laatste heuvel op en zetten koers naar ons Vlaanderenland.

Wipers Times
De wind is ons vandaag meer dan goed gezind en ze blaast ons tegen 45 km/u naar de Belgische grens. Aan lage hartslag en hoge snelheid maken we onze verloren tijd meteen goed en tegen 11u30 verlaten we Frankrijk. Via mijn bakermat Heuvelland bollen we tussen de monumenten en oorlogskerkhoven naar Ieper, dé symboolstad van WO1. Aan de Kazematten ontmoeten sommigen van ons wat familieleden en spreken we de pers een eerste keer toe. Bij het ontvangen van vele schouderklopjes en ‘proficiats’ voelen ons hart al wat sneller kloppen en onze borst wat stijgen. Toch is het nodig de innerlijke mens te versterken en dat doen we met een stevig brood- en spijsbord in Brasserie Kazematten. We spoelen dit Belgische voer maar al te graag door met een ‘Wipers Times’, een heerlijk plaatselijk biertje.

Caracas
Met een klein peloton, waarbij ook onze kameraad en collega-EnBloccer Jeroen zich heeft vervoegd, vertrekken we naar de volgende tussenstop, Feestzaal Caracas in Langemark. Daar vieren mijn tante Rosanne en dooppeter Freddy hun 50e trouwverjaardag. Ik kan er dus niet bij zijn en verras hen dan maar met een blitzbezoek (thanx team, voor deze kleine omweg!). Ze zijn zo ontroerd dat ik het zelf wat moeilijk krijg… But the show must go on! Het peloton staat te popelen om er een lap op te geven. We trekken langs het Ieperleekanaal en de Ijzer naar Diksmuide en voor we het weten rijden we daar de grote markt op. Een laatste bevoorrading en kleine uitbreiding van het peloton later trekken we het laatste blik kilometers open. Gezwind en met al een kleine zweem van weemoed in onze kraag komt het eind echt in zicht. Een laatste lekke band wordt in recordtempo vervangen. Een half uur later schuifelen we tussen honderden toeristen het Venetië van het noorden binnen, Brugge die scone…

Glimmende ogen
Onder een muur van applaus stappen we van onze fiets en storten we ons in een chaos van gejuich knuffels, foto’s, bedankingen, nog foto’s, kussen en schoudergeklop. Familie en vrienden zijn van dicht ver gekomen om ons te onthalen. We genieten met overvolle teugen en banen ons een weg naar de feestzaal in Brouwerij Halve Maan. Iedereen wordt uitvoerig bedankt; alle donateurs die ons hielpen het financiële doel te bereiken, soigneurs die ons naar het sportieve doel leidden, de partners die ons steunden door dik en dun, en tot slot een stelletje afgepeigerde coureurs.

20205
Hoogt tijd voor het moment suprême… Met bakken trots en met glimmende ogen mogen we een cheque van 20205 euro overmaken aan Artsen Zonder Grenzen. Een bedrag waar maar liefst 1000 mensen met Cholera kunnen behandeld worden. Na het speechgedeelte vervangen we maar al te graag onze recuperatieshake door een Brugse Zot en praten we gulzig bij met onze dierbaren.

En we leven nog lang en gelukkig! Bedankt voor het lezen en hopelijk tot de volgende!😉 DriesIMG-20180619-WA0008

 

ps: Houd de blog in de gaten… er volgt nog een uitgebreide fotospecial!

 

Etappe 7: Soissons (F) – Arras (F): 169 km – 1225 hm

Koffiekoeken
We ontwaken met slaperige ogen in de worstelzaal van kampioenenclub Belleu. We zijn niet geneigd om meteen halters en fitnesstoestellen uit te testen. De lange rit van gisteren heeft wat barstjes in het pantser van EnBloc geslagen maar toch, bij het zien van het royale koffiekoeken-ontbijt – aangeboden door de gemeente – keert ons gemoed. Om klokslag 8 uur gaan we nog een laatste keer op de foto met de Schepen van Sport en zetten daarna meteen koers naar Arras.

Vintage EnBloc
De wind is ons vandaag beter gezind, in tegenstelling tot de zon. Deze is verscholen achter een dik pak stapelwolken en zal zich de rest van de dag niet laten zien. Deze rit werd gedoopt tot ‘rivierenetappe’ maar we vinden minder water dan verhoopt. Ook het vlakke rijden is helaas nog niet voor vandaag. Het loopt zoals gewoonlijk constant op en af en niet iedereen kan deze tempowissels even goed verteren. We zouden EnBloc niet zijn moesten we het hier bij laten. We sleuren iedereen mee en blijven goedlachs flauwe moppen tappen en schunnige liedjes zingen… Vintage EnBloc!

Secteur Pavé 18
Jammer genoeg kunnen noch flauwe moppen, noch schunnige liedjes de wegen – die in echt erbarmelijke staat verkeren – oplappen. We wanen ons meermaals op Secteur Pavé 18 in Parijs – Roubaix. Ook naast Canal du Nord mogen we genieten van de geneugten van het brakke grindpad. De steentjes ketsen tegen kaders, brillen, billen, helmen en alles wat zich in de buurt van onze fietsen bevindt. Wonder boven wonder brengen we het er allemaal veilig en zonder lekke banden van af.

Powernap
We lunchen onder de kerktoren in een van de honderden bijna identieke stille dorpjes die we kruisen. De opmars der vermoeidheid is nu niet meer te stoppen en sommigen onderwerpen zich zelfs aan een powernap. De zin om ons terug in ons zadel te nestelen neemt dan ook met de kilometer af. We zitten al stevig boven de 1200 km, verdere uitleg behoeft dit dus niet. Maar we moeten verder. Afmaken waar we aan zijn begonnen, al weer 7 dagen geleden. Dus verbijten we alle pijntjes en geven vol gas richting Arras.

Laatste loodjes
Na 169 km komen we aan in het klooster van Arras. We worden er naar onze kamer geleid door vader abt en nemen meteen een heerlijk warme douche zodat we morgen fris en proper onze laatste hindernis mogen overwinnen. We zien er naar uit Ieper binnen te rijden en met een peloton verder te rollen naar Diksmuide. Van daar uit is het enkel nog genieten van de laatste loodjes. We verlangen jullie ‘en masse’ te mogen begroeten in Brugge. Ik wil jullie nu al uitvoerig danken voor de, zowel financiële als morele steun aan dit project en dit fantastische team van coureurs en soigneurs! We klinken morgen op een unieke ervaring, een zoete overwinning en een enorme steun aan AZG. Dank, dank, dank!

Blij te mogen afsluiten met: Tot morgen!

Etappe 6: Belrupt-en-Verdunois (F) – Soissons (F): 204 km – 1326 hm

Littekens
Meer dan 200 km vandaag, dus meteen wat voorsprong nemen op de dag en opstaan om 6u om tegen 7u30 ons in het zadel te hijsen. Onder het goedkeurend oog van de burgemeester die de nodige honneurs in ontvangst neemt. Na enkele fotootjes trekken we ons op gang richting westen. We merken meteen dat rond Verdun grote veldslagen hebben plaatsgevonden. We fietsen van het ene naar het andere monument en zelfs bij de grote flapuiten wordt het wel even stil. De frontlijn heeft hier grote littekens geslagen en dat merken we constant.

Waaiers
Wat we ook merken is dat de wind vandaag niet onze vriend wordt. We krijgen stevig weerwerk door een strakke Westenwind waardoor we dwars over de weg waaiers moeten trekken. Ook dit pure Flandrien-werk is voor EnBloc geen enkel probleem. Het enige waar we nog niets op gevonden hebben zijn lekke banden, waarvan we er nog eentje mogen bijtikken. Na het verhelpen van dit euvel gaan we terug aan de bak. Elke EnBloccer doet zijn deel van het werk en zo trekken we tegen de middag ‘vlotjes’ naar de 100 km en de helft van de etappe.

Schelletjes
Na 102.000 meter, net ‘in the middle’ verorberen we de laastste stukjes biefstuk van gisteren en steken we ons verder vol met energievolle – lees royaal belegde – baguette’jes, yoghurtjes, chocolade, schelletjes kaas, salami en alles waar we verder onze handen op kunnen leggen. 20 minuten chillen, in een schuchtere zon; later verbijten we zitvlak-, knie- en allerhande pijntjes.

Rije rije rije, stoempe stoempe stoempe!
Vechten tegen de wind, sleuren aan de kop en recupereren in de buik van ons peloton… Zo trekken we de Chemin des Dames op. Een ferme heuvelrug met heerlijke vergezichten aan beide kanten blijft ons oorlogsmonumenten voorschotelen. We krijgen onze bidons ondertussen professioneel aangereikt door onze fantastisch – maar enigszins licht gestoord – volgwagenpersoneel Dav en Lieven. We krijgen van hen ook het bericht dat de plaatselijke pers al klaar staat ons te ontvangen. Enkele tientallen kilometers later rijden we de parking van La Gymnase op. We temporiseren voor de foto’s en worden warm onthaald door burgemeester en collega’s. Ze schotelen ons een gezellige aperitief voor en niet veel later kunnen we genieten van een heerlijk, deugddoende IJSKOUDE douche. Ach ja, dat zal het verschil niet meer maken. Pizza’s bestellen en pintje schellen…

7(8)
Al drie dagen op rij vertrekken we met 7 (8) en komen we ook EnBloc aan. 7 (8) Omdat ook Jeroen met ons meerijdt via de schitterende tenues die hij heeft ontworpen. Thx Jeronimo!

Nog twee te gaan, we zien Brugge bijna blinken.

Etappe 5: Lagarde (F) – Belrupt-en-Verdunois (Verdun) (F): 142 km – 1535 hm

Rood, blauw en goud
Vandaag tekenen we voor de kortste etappe. Een half uurtje langer slapen doet deugd en na het opslaan van een stevig aantal calorieën mogen we vandaag ‘slechts’ 142 km in het zadel hangen.
Onder een stralende zon en het goedkeurende oog van ‘madame bourgmestre’ trekken we de 5e rit op gang. We trakteren onszelf gul op vergezichten van glooiende gouden velden en trekken in een rood-blauwe sliert het landschap door.

Up-and-downs
Het verhaal van vandaag kunnen we samenvatten in ‘op en neer; up-and-downs.’ Ellenlange wegen splijten de Lorraine, pal op de frontlijn, in twee. Na een eerste pitstop krijgt Bram een klapband vooraan, zonder veel erg. We kunnen snel verder en wanen ons op een rollercoaster waarbij we 20 meter voor de top net snelheid te kort komen om deze te ronden. Deze tempoverschillen kruipen in de kleren en ook de hitte begint zijn tol te eisen. Maar zoals we ondertussen weten is het moraal van EnBloc van uitzonderlijke kwaliteit en kunnen we na 80 kilometer – over halverwege de etappe – al aan de lunchtafel. We picknicken uitgebreid in de koelte van een bos en genieten van ons welverdiend stukje rust.

Stoomtrein
Team EnBloc versaagt niet en we blijven als een stoomtrein verder trekken door niemandsland. Tientallen schijnbaar verlaten dorpjes doen ons aan de Belgische Ardennen denken. Zwaluwen spelen rond de kerktorens terwijl we eronder doorglijden. De meters rollen onder onze wielen en voor we het weten tikken we tegen de laatste heuvel van de dag. Eenmaal boven zetten we de achtbaan verder door een verkoelend bosgebied, op en neer en op, dan weer neer.
Met nog 25 kilometer te gaan vervangen we nog een bandje om dan zonder omkijken naar Belrupt-en-Verdunois te vliegen. Tegen 16u30 rijden we over de finishlijn en we gaan, na een uitgebreide douche, gewillig aan de apéro. We genieten met volle scheppen van onze gemarineerde biefstuk met ratatouille en gebakken patatjes en sluiten af met een royale crème! We gaan vandaag vroeg onder de wol want morgen wacht ons alweer een nieuwe extreme uitdaging. Deze zou ons 203 km dichter bij huis moeten brengen. Binnen 24 uur horen jullie hoe we deze hebben verteerd…

Tot dan alvast!

Etappe 4: Thann (F) – Lagarde (F): 183 km – 2780 hm

Routine
De routine begint er in te komen; opstaan om 6u30. Om 7u zitten we aan tafel en eten we zoveel we kunnen binnenhouden. Daarna start de race om al je materiaal en kleren terug te vinden, de grote wc te bezoeken, je gellekes en bars in de goeie zakjes te krijgen en na te denken of je al dan niet toch nog dat windstoppertje gaat aantrekken. Om 8 uur (en 5 minuten) stipt klikken we in en verbijten we de eerste pijn aan beenspieren, knieën en achterwerk. Deze morgen was niet anders.

Vogees
We draaien warm richting Grand Ballon, en dit mag je letterlijk nemen… Na een kleine 4 kilometer, net voor de eerste ‘Vogees’, wordt de eerste lading kledingstukken richting volgwagen gegooid. We treffen Col d’Amic – de voorbode van Grand Ballon – badend in een heerlijk ochtendzonnetje. Net zoals de drie afgelopen dagen beloven we de eerste ‘op het gemak’ te doen. En net zoals de drie afgelopen dagen loopt dit al mis in de eerste honderd meter. Raar maar waar; we klimmen met evenveel gemak als op de eerste dag, al zitten de gunstiger stijgingspercentages hier ook wel voor iets tussen. Na Col d’Amic krijgen we een korte afdaling voor we in één en dezelfde beweging de Grand Ballon opstuiven. Mijn benen vullen zich zo snel met melkzuur dat het net niet mijn oren uitspuit. Gelukkig ben ik niet alleen in deze. We sleuren elkaar zowel mentaal als fysiek naar boven en staan versteld van waar we nog toe in staat zijn na wat achter ons ligt. De laatste hectometers van de Grootste der Vogezen wordt een prestigesprint en, ere wie ere toekomt, Bram legt er ons allemaal op.

Col de la Schlucht (vrij vertaald: col van de Schlechte lucht)
We volgen vanaf hier Route Des Crêtes richting Munster. Dalen, stijgen, dalen en stijgen… om dan weer te dalen, voor echt. David koopt zicht een stuk echte Munsterkaas en dat hebben ze in de volgwagen geweten. Topkwaliteit!

Zoals we ondertussen gewoon zijn, trekken we meteen een stevig tempo op Col de la Schlucht. Dit zou een makkie moeten zijn maar het wordt allesbehalve een pretje. Als de Stelvio een boerenwegel is, dan is dit de Brusselse ring in maandagspits. We krijgen zoveel uitlaatgassen binnen dat onze longen gaan sputteren. Boven speelt zich een gigantische kermis af. Chaos alom. We dalen een klein stukje, weg van dit verkeerscircus en schuiven onze vermoeide pootjes onder tafel.

Route dégradée
Het zwaarste zit er op, in theorie dan toch. Geen ‘echte’ cols meer die naam waardig. We nemen de afzink, en kunnen 30 kilometer ‘op ralenti’ licht lospeddelen. We nemen de Voie Verte, een aflopend fietspad dat enorm goed bolt, was het niet van de barrières om de 100 meter. Soit, niet veel later ruilen we deze vlakke baan in voor een weg die hoogstwaarschijnlijk alle oorlogen heeft meegemaakt. We hotsen en botsen van put naar bult. Maar zoals je al kunt raden kan ook dit ons geen moer schelen. We trekken een EnBloc-streep en peren boven de 30 richting Col de la Vierge Clarisse. Is dit dan het laatste wapenfeit van de Vogezen? Alles doet ondertussen pijn en verbijten is een werkwoord. Van hier dan nog 40 km ontspannen?

De laatste loodjes
We schichten de dorpjes voorbij in no-time. Als de koploper de gemeente buitenrijdt dan is de staart van EnBloc net binnen. We bijten noodgedwongen op onze tanden en vliegen op en neer over de Lorrainse bulten om (heel) moe maar wederom voldaan, Lagarde binnen te rijden. We worden uitbundig verwelkomd door de Bourgmestre en moeten op de foto voor het plaatselijke dagblad. Zelfs dit is niet te veel voor onze jolige bende. We eten ons buikje rond aan een meesterlijke paella en

 

sluiten de dag gewillig af met een halve liter Warfsteiner van het vat en wandelen de jachthaven door richting beddegem. We zitten over halverwege, de finish komt zo toch een klein beetje dichterbij.

Slaapwel!

 

 

 

Etappe 3: Giswil (S) – Thann (F): 188 km – 1013 hm

Riders on the storm
Na twee loodzware etappes hopen we op wat genade van de weergoden, helaas, ze zijn deze ochtend niet met ons. We vertrekken met enkele verloren druppels maar algauw rijden we door een hevige douche het dal uit. Het vocht loopt ons los in de schoenen maar het gemoed drijft bij EnBloc altijd boven. De ‘Riders on the storm’ knallen tegen 27 km/u het eerste uur aan flarden. Het meer van Luzern schittert niet zonder zon maar lang moeten we niet meer wachten.

Vierwoudstrekenmeer
De eerste stralen scheuren door het wolkendek als we de stad aan het ‘Vierwoudstrekenmeer’ verlaten. We slalommen van Luzern naar Olten tussen het openbare vervoer en genieten hier en daar van een lekker bollend fietspad. We rijden een ferme tijdrit langs licht aflopende wegen en staan versteld van onze eigen reserves. In Olten wacht ons een enige echte uitdaging van de dag; Unter Hauenstein. In gestrekte draf vallen we aan. 5,5 kilometer lang gaan we niet onder 15 km/u. En we zouden geen haantjes zijn moesten we de laatste 200 meter nog eens alles uit de kast sleuren. Met ietwat verzuurde bovenbenen schuiven we alweer aan een gedekte lunchtafel. Simpelweg toppers, onze soigneurs!

Wilkommen in Deutschland
Calorieën opgedaan hijsen we ons terug in het zadel. De een ervaart dit al iets aangenamer dan de ander maar laten we stellen dat er leuker dingen zijn. Eén opsteker: het gaat van hier in licht dalende lijn tot een tiental kilometer van onze slaapplaats in Thann. In Basel heten we onszelf welkom in Duitsland om 3 kilometer verder alweer de grens met Frankrijk te kruisen. We merken meteen aan  de verhakkelde, ronduit gevaarlijke  fietspaden, putten in het wegdek en de onverklaarbare reeks rode lichten dat we Zwitserland achter ons laten. Mulhouse spant hierin overtuigend de kroon en we zijn blij deze stad snel achter ons te laten. Gelukkig vinden we snel de Rijn en mogen we deze een heel eind volgen. We voelen ons uitgelaten en spelen ‘coureurke’ als frisse, jeugdige veulens. Demarreren, gaatjes laten vallen, terughalen en nog eens aanvallen, heerlijk! Vooral als je beseft dat dit na 160 kilometer nog met overschot lukt. Nog 28 kilometer te gaan naar terminus Thann.

Zalm
Tevergeefs zoeken we een terras om onze etappe met een frisse pint te vieren. We stomen hard en onverstoord verder richting het dorpje aan de voet van de Vogezen. Met open armen en welgemeende high-fives rijden we het erf op. Streepje onder etappe 3, een lekkere 188 kilometer er bij getikt voor het goede doel. We hebben vandaag wat tijd over om eerst een biertje te nuttigen en uitgebreid te douchen. We hoeven geen matras op te pompen noch slaapzak uit te rollen, pure luxe… Maar het beste moet nog komen. De trap afstrompelend wiegen heerlijke geuren onze kant op. Onze soigneurs verwennen ons al 3 dagen lang met de meest verfijnde gerechten (in rigoureuze porties), toch vanavond overtreffen ze zichzelf nogmaals. We krijgen een fabuleuze moot Zalm met verfijnde pasta voorgeschoteld. Sergio Herman, Pascal Naessens en Jeroen Meus kunnen hier samen een puntje aan zuigen en komen dan nog niet in de buurt. Ik sluit graag af met zeer gemeende dankjewel aan onze soigneurs die ons belachelijk goed in de watten leggen. Zonder hen is dit verre van mogelijk. Onze helden: Phillip, Valerie, David, Paul en Lieven. Stuk voor stuk mensen van uitzonderlijke kwaliteit. Zij houden ons op weg…

Afsluiten doen we met de laatste woordspeling van de dag;
Goed, we gaan Thann gaan slapen! 😉

 

 

Etappe 2: Trin (S) – Giswil (S): 170 km – 3599 hm

Over heroïsche schoonheid
Deze rit mogen we met voorsprong de mooiste maar meteen ook een van de meest heroïsche EnBloc-etappes gaan noemen. Er is in 170 kilometer en een dikke 8 uur fietsen heel wat gebeurd. Neem een lekker glaasje wijn, zet je in je goeie zetel en geniet van een extra uitgebreide verslaggeving van langs het front.

Oberalppass
Na de 9 uur in het zadel gisteren maken we ons klaar om de Oberalp aan te vallen. We krijgen een lopertje van een 4-tal kilometer om er in te komen, niemand die weet wat er ons nog te wachten staat, gelukkig maar. Een korte afdaling leidt ons naar een 20 kilometer lange klim. De eerste 8 kilometer lopen licht op maar dan begint de pret. Zwarte wolken pakken boven de toppen samen. Niet veel later krijgen we een eerste plensbui op onze helm. Doorgaan is het motto en dat doen we EnBloc. Gelukkig is de bui van korte duur en gaan de regenvestjes snel weer uit. De Alpenpas brengt ons langs heerlijk mooie groene bergflanken en onthult ons talloze watervalletjes. Ze slingert aan pittige percentages vanuit het dal naar boven waardoor onze truitjes snel gaan drogen. Iedereen klautert op eigen tempo en geniet van de Zwitserse postkaartjes langs de weg. Eenmaal boven zijn we blij de innerlijke mens, in een warme Stübe, te versterken. We bestellen, met enig kinderlijk plezier, enkele ‘heiβe choci’s’ en Ovomaltines.

Not singing in the rain
Jammer maar helaas, bij het buiten komen van het bergcafé, begint het weer te druppelen. We duffelen ons  in en vatten de  afdaling aan. Wat een heerlijke recuperatie moet worden resulteert in een ware kwelling. We malen onze kilometers zwijgend door de regen richting voet van de volgende uitdaging; de Furkapass.

Furkamai-hoe-mooi-is-dit…
Het was ei zo na ‘Furkafzien’ of ‘Furkamai-mijn-gat’, maar de eerste wint met meters voorsprong. We beginnen de klim met onze natte kleren maar niet veel later spelen we de helft uit gewillig uit. 12 kilometer fe-no-me-na-le vergezichten worden ons toebedeeld. We sprokkelen lange en vooral steile hoogtemeters maar genieten met overvolle teugen. Wat is dit mooi!! We wanen ons regelrecht in Heidi’s mooiste sprookje. Zoals iedereen weet komt aan elk sprookje een eind, en gelukkig maar. Voor de zoveelste keer leggen we wat laagjes bij om ons in de afdaling te storten. Het volgende luik van het meesterwerk opent zich, en er zijn er nog die dat weten. We slalommen tussen een trosje, uit de bus vallende, Japanse toeristen en durven zelf ook te stoppen om dit fantastisch stukje natuur vast te leggen. Een gigantische waterval stort zich honderden meters naar beneden het dal in. We kijken onze ogen uit en beseffen wat een voorrecht we hier krijgen. Tot we aan de voet van Grimselpass staan…

Grimselen
Haarspelbochten kennen we ondertussen maar dit is ‘gene kak’. We dansen samen naar boven en met elke bocht verschalken we telkens tientallen hoogtemeters. Na 6 kilometer rustig klimmen volgt alweer een beloning. We arriveren aan de Totensee waar zelfs een Marmottenpark te vinden is. Steven is zo gefascineerd door de gezellige beestjes, dat hij zich even meet met de stroomlijn rond het parkje. Laat ons zeggen dat hij niet won…

Meer meer
In de 30 kilometer lange afdaling van de Grimselpas krijgen we fantastische plaatjes van meerdere hemelsgroene stuwmeren voorgeschoteld. We glijden tegen geanimeerde snelheden naar beneden. Tijdens het ‘halverwege wachten op elkaar’ pakken dreigende, pikzwarte wolken zich samen in het dal. Dit voorspelt niets dan miserie en met het eerste gedruppel duiken we voor de zoveelste keer in ons regentenue, niets te vroeg. De wind steekt op, de regen valt met bakken naar beneden en enkele minuten later bevinden we ons midden in een ongekende herfststorm. Met moeite houden we ons stuur recht en verbijten de striemende regen in ons gezicht. Om het met een zeer toepasselijk doch iets gewaagde zegswijze van een van onze ploegmakkers mee te geven: ‘We werden het sop los uit onze kloten geregend’. Pardon my French. We bijten door en even snel als de storm kwam opzetten gaat ze liggen. Net op tijd om de laatste col aan te snijden.

Brünig
Na 150 extreme kilometers krijgen we dit beest nog voor onze wielen geschoven. 6 héél pittige kilometers (stukken tot 13%) stellen ons een laatste keer danig op de proef. Ook deze korte maar stevige klepper verslinden we met grimas, toch genadeloos. Een laatste afdaling van 13 kilometer brengt ons in gestrekte draf naar het meer van Giswil, een pittoresk Zwitsers Alpendorpje aan de rand van een prachtig meer. Een zalige hete douche en een reusachtig (maar echt gigantisch) bord spaghetti is ons deel. Morgen zouden de 180 kilometer minder zwaar mogen aankomen, al is een rit niet gereden tot we over de finish bollen…

Tot aan de overkant!

Etappe 1: Prato (I) – Trin (S): 168 km – 4329 hm

Stelvio
Laten we met de deur in huis vallen, dit was een monsterlijke etappe. Uit ons bed gerold keken we al van de eerste meters tegen de flanken van de Stelvio op. Meteen, maar dan ook echt meteen,  klimmen geblazen. Voor wie hem al overmeesterde behoeft de Stelvio geen uitleg. 48 haarspeldbochten leidden ons over één van de meest tot verbeelding sprekende beklimmingen.

En dat we niet alleen waren, dat hebben we geweten. Honderden motoren en minstens evenveel Porches, Lotussen, Maserati’s, Ferrari’s en Lamborgini’s reden ons tegen onredelijke snelheden voorbij. Maar na anderhalf uur klimmen bereikten we de legendarische uitzichten van de pas. Nog een 15-tal haarspelden restten ons nog naar de toeristische trekpleister genaamd, Cima Coppi. 2 uur en 16 minuten sleurden we onszelf naar boven om te genieten van wat welgekomen rust. Mondje eten, vestjes aan en fotootje nemen. Klaar voor een afdaling naar alweer een volgende col, de Ofenpass.

Ofenpass
Nog even wachten om te lunchen, we nemen anders nog een colletje als ‘voorgerecht’. Het blijkt een stevig voorgerecht. Stukken van 10 en 11% slingeren ons naar boven. Het tempo zit er duchtig in en we klimmen gezwind, doch in een eerste pot reserves tastend, naar de top. Aangekomen stond een rijkelijk gedekte tafel klaar, zelfs de broodjes waren al opengesneden. Enkel beleggen, happen en slikken was onze taak. Heerlijk, die soigneurs!

Albulafzien
Na een deugddoende afdaling en wat ‘tegenwinds terten’ in de vallei reden we met veel moed de Albulapass op. ‘Op papier viel die gelijk wel mee…’ maar op papier telt hier niet. 6 kilometer klimmen tegen 9.5% gemiddeld, na wat we al te slikken kregen, was geen lachertje. ‘Parcheggio’, het woord om te zeggen dat je praktisch stil staat tijdens het beklimmen van een col, werd pijnlijke werkelijkheid. Terwijl de temperatuur met de hectometer daalde en de koeien argeloos de weg kruisten beten wij op onze tanden richting ‘Spitze’. De laatste twee kilometer vlakten heerlijk af en het tempo kwam er weer in. Toch, eenmaal boven vluchtten we rillend het cafeetje in en bestelden we EnBloc een halve liter Almdudler. Nog 60 kilometer te gaan en bij sommigen is de pijp volledig uit. We vatten de afdaling, goed ingepakt, met z’n vieren aan.

Dalen
30 kilometer dalen is, bijna voor het hele kwartet, een zaligheid. Recuperen en kilometers maken tegelijkertijd, wat wil je nog meer. Na de echte afdaling rest ons nog wat valleirijden en een eenzame puist (in vergelijking met wat we achter de kiezen kregen) alvorens nog een laatste echte klim richting jeugdherberg. ‘Verschrikking’ staat niet mis bij deze helling. We wanen ons op een autosnelweg terwijl de file naast ons vooruitschuift. We slikken genoeg uitlaatgassen voor de rest van het jaar en worden op een haar na van onze sokken gereden. Gelukkig komt aan elke nachtmerrie een eind. We slaan rechtsaf en trekken nog 200 meter omhoog om ons gelukzalig te laten binnenleiden in de jeugdherberg.

Eind goed, al goed
Het eten was lekker en nu gaan we slapen. 🙂


Tot morgen!

EnBloc achter AZG 2018 – De Route

Drie, twee, een… bam! Vertrokken!

Etappe 1: Prato (I) – Trin (S): 170 km – 5428 hm
We zitten nog fris en dat zal écht wel nodig zijn. We trekken in deze eerste etappe meteen over de Queen of Mountains, de Stelvio (2758 m). Hare majesteit strooit 48 haarspeldbochten uit over haar 24,3 pittig gekruide kilometers. Ze serveert ons maar liefst 1808 te overwinnen hoogtemeters aan een gemiddeld percentage van 7,4%. Eén ding staat vast: dit gaat pijn doen. Eenmaal op de top mogen we 25 van de 170 km doorhalen. Van een opsteker gesproken…
Genoeg gekletst, afdalen en uitlopen op de volgende col; de Ofenpass. Deze klim is ons iets genadiger, we klimmen er 13,4 km aan 5,3%. De streep van 80 km geeft de aanzet naar de laatste uitdaging van de dag; de Albulapas. Goed voor 9,5 km klimplezier tegen 6,6%. Dit gaat in de kleren kruipen, wees gerust. Gelukkig volgt op elke klim een afdaling en kunnen ons van aan de top (min of meer) laten zakken tot aan onze slaapplaats in Trin. Al ligt er in de laatste 10 km nog een venijnig ding op ons te wachten…

stelviopas

Stelviooooooo

 

Etappe 2: Trin (S) – Giswil (S): 170 km – 4952 hm
Hopelijk hebben we de eerste dag goed verteerd en geslapen als engeltjes want de tweede dag moet niet onderdoen voor de eerste. Na een onbekend opwarmertje vallen we de Oberalppas aan. Samen met de aanloop goed voor een dikke 20 km klimmen. We starten op 700 m en trekken in één ruk naar 2050 m boven de zeespiegel. Op 70 km staan we er op de top, nog 100 te gaan. Een korte afdaling is ons geluk alvorens de Furkapas dit verstoord. Een stevige 12 km lange col die ons danig op de proef zal stellen maar tegelijk zal laten genieten van fabuleuze uitzichten over de Zwitserse Alpen. Eenmaal boven ronden we precies de kaap van de 100 km. De fotogenieke Grimselpas brengt ons dan weer in 6 haarspeldjes naar een verfrissend bergmeer. Aan dat meer zou het zwaarste van de dag er op moeten zitten. Zou…
We dalen, via het Grimselmeer, een zalige 30 km richting laatste klim; de Brünig Pas. Deze 6 km lange pas zou het ons niet meer moeilijk mogen maken, alhoewel… we hebben ondertussen 150 lastige km achter de kiezen. Na deze laatste col met bijhorende bevoorrading dalen we naar Giswil. Een pittoresk plekje, midden in het imposante gebergte, biedt ons een tweede slaapplek. Krachten opdoen en genieten zal ons deel er zijn.

Grimselpas

Totensee vanaf Grimselpas-top

 

Etappe 3: Giswil (S) – Thann (F): 188 km – 2248 hm
Op onze derde etappe verlaten we Zwitserland en rijden we La Douce France binnen. Een lange rit met (gelukkig) iets minder klimgeweld dan de vorige twee dagen. Al is een dagtotaal van 2248 te overwinnen hoogteverschil geen lachertje. De vele kleine prikjes resulteren ongetwijfeld in een uitputtingsslag en de vermoeidheid na de Alpen zal zeker voelbaar zijn. Één uitschieter is de Unter Hauenstein. Vanuit het dal klimmen we in 6 km naar het plateau van Basel. Daar ontmoeten we de Homburgerbach en slingeren ons een weg door het dal. We flirten verder even met de Duitse grens en volgen we de Rijn tot we Frankrijk binnenrijden. Vanuit Mulhouse zetten koers naar de voet van de Vogezen; Thann.

resized_650x365_origimage_512901

Zicht vanaf de Gempen-toren een eindje voor Basel

 

Etappe 4: Thann (F) – Lagarde (F): 182 km – 2741 hm
Vanaf vandaag zitten wel officieel op de frontlijnroute waar we niet meer van afwijken. Vieil Armand is het eerste grotere oorlogsmonument dat we kruisen. We fietsen van hier los door de Vogezen en beginnen na het tanden poetsen meteen met klimmen. Geen kattenpis denken we in koor. Met de Grand Ballon vanuit Thann – goed voor een dikke kilometer opwaarts over 20 km! – zijn we al even zoet. We laten ons zakken en vatten samen de Col de la Schlucht aan. Nog eens 17 km klimplezier. Met wat minder steile stukken kunnen we misschien wat beginnen genieten. Eenmaal dit achter de rug dalen we, op enkele puistjes na, naar Lagarde. We laten het gebergte achter ons en kijken vooruit wat ons nog te wachten staat. We zitten halfweg…

IMG_6981

Hereniging in de maak – Kleine Stijn op de Grote Ballon

 

Etappe 5: Lagarde (F) – Belrupt-en-Verdunois (Verdun) (F): 142 km – 1109 hm
We laten de Vogezen achter ons en starten met een vlakke eerste 80 km. Al mag vlak met een flinke lepel zout worden genomen… Het is er geen meter waterpas. We blijven toeren op de frontlijn langs ontelbare monumenten voor gesneuvelden. In de laatste 40 km moeten we nog even bergop en peddelen verder op het plateau richting Verdun. Met deze relatief korte en vlakke etappe kunnen we, met wat geluk, misschien eens wat vroeger aan de aperitief. Ik vermoed dat niemand, na 5 zware dagen, hier rouwig zal over zijn. 5 down, 3 to go…

Fort-De-Douaument-Verdun-France

Fort de Douaument – Een van de vele overblijfselen van WOI langs onze route.

 

Etappe 6: Belrupt-en-Verdunois (F) – Soissons (F): 203 km – 978 hm
Ok, we rijden deze etappe vooral in dalende lijn, toch wordt dit geen ‘parkwandeling’. Met maar liefst 203 km is dit de langste etappe van onze onderneming. We volgen ‘La Chemin des Dames’ van Verdun tot in Soissons en fietsen vele kilometers op de heuvelrug met uitzicht over de uitgestrekte graanvelden rond Reims. Zoals langs de hele frontlinie wemelt het langs Chemin des Dames van herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog. Om het klimmen niet te verleren gaan we toch nog eens aan de bak van Pontavert naar het plateau bij Craonne. Van daar rollen we een dikke 20 km boven alles uit om ons dan te laten zakken naar slaapplaats Soissons. Een bord of 4 pasta en een welverdiende rust zal niet mankeren. Weer een etappe dichter bij huis.

chemin_des_dames

Chemin des Dames

 

Etappe 7: Soissons (F) – Arras (F): 168 km – 827 hm
Al is ze verre van vlak dopen we deze rit tot rivieren-etappe. Van in Soissons blijven we pal op de Frontlijn fietsen en volgen we de Aisne stroomafwaarts tot in Choisy-en-Bac. Daar springen we even over op de Oise om dan wat te freestylen tussen Amiens en Saint-Quentin. In Epénancourt ontmoeten we de Somme en meanderen we tot in Cléry-sur-Somme. Daar nemen we afscheid van het water en stomen we nog 50 km door richting Arras, nog een stad dat in WO1 volledig werd verwoest. De laatste avond met de crew vieren we op restaurant. Voetjes onder tafel en genieten van wat geweest is en nog moet komen. We dromen zoet van een behouden laatste etappe en een spetterende thuiskomst.

arras

Arras by night

 

Etappe 8: Arras (F) – Brugge (B): 157 km – 492 hm
Een laatste etappe is er altijd eentje met gemengde gevoelens. We in projecteren een reis die een dik jaar eerder begon af in ons hoofd en overwinningsgevoel neemt over van vermoeidheid. Nog even doorbijten… We rijden België binnen in Houplines, vlakbij Komen. Rood-witte nummerplaten laten ons weten dat we onze laatste landsgrens hebben gekruist.

In Ieper, dé symboolstad van WO1, versterken we de innerlijke mens en nemen een peloton enthousiastelingen mee in ons kielzog (interesse om mee te fietsen: zie ons facebookevenement). Van aan de ‘Kazematten’ rijden we EnBloc naar de voet van de Ijzertoren in Diksmuide. Dit is meteen ook de tweede aansluitplaats voor enthousiastelingen die ons een hart onder de riem willen steken tijdens deze laatste kilometers. Van Diksmuide zetten we strak koers naar Brugge; eindplaats, finish, arrivé… Laat de flessen Brugse Zot knallen en de cheque voor AZG, waar deze hele tocht toch om draait, eindelijk bovenhalen. We hopen op een ongezien bedrag als gigantische kers op een stevige taart. Hopelijk kunnen we samen met jou dit feestje inzetten. Tot dan!

IMG_0049

Home sweet home – anno 2015

 

Jeuk

Jeuk
‘Het stoat geschreevn en gedrukt; daj moet schartn woar dat jukt’. Een West-Vlaamse uitdrukking die impliceert dat je moet krabben waar het jeukt… ahem. Al kan je dit misschien, mits wat goede wil, ook diepzinniger ontleden en vrijelijk vertalen als: “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.” Bij de EnBloccers van welleer was deze spreekwoordelijke jeuk niet meer te harden en stroomden onze levenswegen spontaan weer naar elkaar. Vorig jaar, 1 juni 2017, werden prille plannen gesmeed voor een gloednieuwe editie ‘EnBloc Achter AZG’.

Zonder grenzen
Over ons goede doel was geen discussie. Artsen Zonder Grenzen heeft ons danig beroerd met hun baanbrekend werk. Door te handelen waar anderen twijfelen maken zij een verschil. Dat doen ze door medische hulp te bieden, maar ook door onacceptabele situaties wereldkundig te maken en overheden, instanties, andere organisaties of sleutelpersonen aan te spreken en hen op te roepen in actie te komen. Zodat die mensen die onrecht wordt aangedaan, de hulp krijgen die zij nodig hebben. Meer info: Arsten Zonder Grenzen België

Actie
Niet lang na de eerste samenkomst hadden we een uit de kluiten gewassen programma, waarmee we AZG van liquide middelen willen voorzien, op poten gezet. Daftje’s Day Out, wijnverkopen, quizzen, kubben en sporadisch ongegeneerd geld uit jullie zak kloppen door het vlakaf te vragen… niets was ons te veel ons doel te behalen. Ondertussen werd aan de lopende band vergaderd om de reis zelf optimaal te laten verlopen én moesten ook de nodige trainingskilometers worden verreden. Neen, we zaten afgelopen jaar niet stil…

Dagboek
En zo komen we bij vandaag. Nog enkele slaapjes voor we de Stelvio te lijf gaan, hét startschot van wat alweer een extreem zware fysieke en mentale beproeving, maar tegelijkertijd een enorm avontuur zal worden. We houden jullie via deze blog dagelijks op de hoogte van mineurtjes en exploten, krampen en klimmen, regen en zon… We zijn er rotsvast van overtuigd dat we, gestuwd door jullie onmetelijke steun, deze tocht tot een goed einde brengen, waarvoor onze welgemeende dank!

Nog drie zaken voor ik mijn bagage samenzoek:

  1. Abonneer je op de blog en mis geen enkel verslag. Reageer gerust ook op de verslagen, alle duwtjes groot of klein zullen deugd doen!
  2. Lees zeker nog eens de avonturen van de vorige editie, zo loop je jezelf al even warm… In de eerstkomende post kan je alle etappes van deze editie verkennen.
    Lees en zweet mee!
  3. Als het er nog van af kan… help ons het opgehaalde bedrag van de vorige editie te evenaren of zelfs te verhogen. https://events.msf-azg.be/projects/en-bloc-achter-artsen-zonder-grenzen

Alvast bedankt iedereen en tot blogs!

cropped-cropped-wpid-wp-14283510918091.jpeg