Week 30: De 230 – 256km

Ik vind het heerlijk om zaken aan het toeval over te laten en ik word graag verrast, tenzij als het over TFL² gaat. Hier telt enkel: voorbereiding is de helft van het werk en domme feiten zijn te vermijden. Bij deze werd de Nationale feestdag gretig ingepalmd om mij aan de langste TFL-etappe te meten. Als een muilezel gepakt met banaan, gellekes, bars, banden en een vlakke route van 230 km galoppeer ik op de eerste zonnestralen richting Gent. Via het Kanaal Gent – Brugge wordt laatstgenoemde afgevinkt en tegenwinds koers gezet naar Nieuwpoort. Een verplicht half uurtje rust tijdens het wachten op de veerboot is door de kudde dagjestoeristen allerminst aangenaam. Omdat de benen al wat zwaarder worden valt me de aanhoudende tegenwind langs de Ijzer wat tegen. Diksmuide voorbij en afgedraaid naar Ieper tel ik om en bij de 150 km. Traag maar zeker komt het besef dat Balegem nog lang niet in de buurt ligt. Hartslag klimt gestaag maar wordt secuur in de gaten te houden. In Menen volg ik de Leie naar Kortrijk waar de wind mij eindelijk genereus bijstaat. Een zalig gevoel. Alhoewel ik op mijn hoede ben, voel ik me waarachtig nog in staat ‘effe lekker door te ramme’. In Avelgem geeft mijn gps het signaal amper 10% overschot te hebben. Een snelle berekening leert: net niet genoeg om thuis te geraken. Ik probeer de batterij te slim af te zijn en geef na 220 km nog eens de fond van de tank. Als een waanzinnige trek ik langs de Schelde 36 per uur. Tot een verstrooid Oudenaards prikbeest zich verloren vliegt in mijn helm en me vakkundig in mijn voorhoofd steekt. Vloekend gooi ik mijn hoofdeksel in de berm. Na 20 tellen besef ik dat ik niet meer kan doen dan terug op mijn velo kruipen. Opgeblazen bovenbenen wreken zich abrupt, maar met de laatste loodjes in zicht neemt een lichte euforie het van afzien over. Mijn batterij geeft de geest maar ik verlies amper een tweetal kilometer. I made it! Mijn benen doen echt pijn en wegen minstens 3 keer zo veel als ’s morgens. Ik sleep ze, samen met de rest, de douche in.
Deze rit doet me nog eens stilstaan bij het extreme van onze onderneming. Er komen veel woorden in me op maar ‘gekkenwerk’ komt hier het nauwst in de buurt. Dit wordt voor mij, met grote voorsprong, de zwaarste sportieve uitdaging van mijn leven en ik weet niet of dit ooit zal worden geëvenaard. Nog 3 weken recht en gezond blijven en we bijten er in om niet meer los te laten!

De 230

De 230

Week 29: En, hoe sta je er voor? – 256km

… Is de vraag die ik steeds vaker mag beantwoorden. Met voorzichtig vertrouwen luidt mijn antwoord; “Ik denk wel dat het goed komt.” De intensieve trainingsperiode begint op zijn einde te lopen en werpt volrijpe vruchten af. Steeds ongeduldiger kijk ik uit naar mijn grootste sportieve exploot. En moest ik dan toch falen – wat geen van mijn opties is – komt het alvast niet door te weke training. De kaap van de 5000 kilometer ging afgelopen week voor de bijl en daarmee zou een brede basis gelegd zijn. In vergelijking met juli vorig jaar werd de verreden afstand verdriedubbeld. Ik rijd daarmee nu al losjes over het totaal aantal gereden kilometers van 2014 (5035). Met die afstand sta ik met mijn fietsje in Burkina Faso, Guinee; de plaats waar het hele verhaal begon.

Afstand

Afstand tov 2014

Een ijkpunt en meteen hét moment om mijn bescheiden kathedraal weer aan wat testen te onderwerpen. Voordat resultaten worden voorgelegd kan ik al meegeven dat, naast de inwendige evolutie, ook zichtbare progressie werd geboekt. Bovenbenen werden een pak forser, ‘lovehandles’ werden ’tjes en de groei van een beginnend buikje is op zijn minst tot stilstand gebracht.

Evolutie

Evolutie

De gemeten cijfers dan… Tot zover het technisch orakel ‘Omron’ geloofwaardig is – heb toch zo mijn twijfels – kwam er een procent vetmassa erbij en steeg mijn spiermassa met een spectaculaire 4%. Mijn gewicht is niet verder gedaald, integendeel. Een Froomey zal ik dus niet worden, al was dat het verste van mijn doelstelling. Bijgevolg kruipt mijn BMI terug iets omhoog. Tenslotte daalde mijn gemiddelde hartslag tijdens lange ritten met een 10-tal slagen per minuut. Samengevat: tochtjes van boven de 100 km bollen bijna even vlot als naar de bakker fietsen. Hoe sta ik er voor? Ik denk wel dat het goed komt.

Vorderingen

Vorderingen

Week 28: Ploegentijdrit – 163km

Een dag voor onze collega’s in La Grande Boucle, staat Team EnBloc op scherp voor hun ploegentijdrit. We komen zo goed als compleet (7/8) aan de start van de semiklassieker ‘Brugse Pijl’. Nog nooit was Team EnBloc zo goed vertegenwoordigd. Strak in het pak en met een brede glimlach rijden we het startpodium tegemoet. De biljartvlakke rit die ons langs Maldegem, Deinze, Tielt en Wingene voert, belooft een winderige affaire te worden. Toch wordt bij het startschot meteen de vlam in de pan gegooid. De wind staat als gewenst en de benen zijn al even fris als ‘den moral’. Als volleerde hardrijders scheuren we door het uitgestrekte Meetjesland. We sprokkelen toeristen bij bosjes alsof we er belangrijke punten mee verdienen. Geflankeerd door de Gruut-Gentsche kanalen trekken we alles open en tikt Garmin tegen de 40 km/u aan. Een snelle blik achterom bevestigd dat ondertussen een peloton van een dik dozijn in ons zog meedrijft. Kicken!

Zoals het grote kampioenen betaamd kiest Bart om op een hoogtepunt te stoppen en stelt meteen daad bij woord. In een snelle bocht lijdt ‘Vitesse’ een lekke band. Het peloton valt verdwaasd uiteen. In de chaos van een leger zonder aanvoerder wordt op slag de vacature ‘Koptrekker om zich de pleuris in te rijden’ opengesteld. Wij nemen van de snelle bandenwissel gebruik om bidon en blaas te ledigen.
Na de eerste bevoorrading komen we snel terug op kruissnelheid en niet veel later zitten we als gebeiteld in achtervolging op ons peloton. Maar Barts tweede platten tuub strooit roet in het eten. Nog voor de band doorhad dat hij lekte was hij al vervangen door zijn gatenloze broer. De Sint-Trudotrappers uit Assebroek komen ons voor de 2e keer voorbij en grappen aan gezapig tempo; “duur dagsken vandaag”…

Tweeden platten tuub...

Asjemenou, tweede platten tuub…

Ondertussen sturen we richting Brugge en ontvangen we de wind vol van voor. Er wordt nog steviger doorgetrokken en het treintje doet zijn werk. “Een geoliede machine die EnBloccers” hoor je Sint-Trudo fluisteren bij het inhalen. We knallen zo hard dat het noodlot ons met moeite kan tegenhouden… tevergeefs. Ook Stevens rubber moet er aan geloven en weer staan we geparkeerd. Toch blijft de sfeer top en in no-time vliegen we de Trudotrappers voorbij… voor de 4e keer.
De pech is er uitgeknepen en we sprinten de laatste 20 km naar de finishlijn. De tijd van de 5e man telt maar we arriveren voltallig. Wat een topteam! Zelfs met tonnen pech tekenen we voor een dijk van een ploegentijdrit (110 km aan 30 per uur). BMC kan hier een puntje aan zuigen, me dunkt. Eén ding is zeker: Team EnBloc zal er staan eind augustus!

En Wouter zag dat het goed was.

En Wouter zag dat het goed was.

Week 27: Hoogtestage in de Vlaamse Ardennen – 330km

Wat een week, wat een hitte. Met pieken van 36° kregen we dat ietsje te veel van het goede. Toch mag gesmolten tarmac geen excuus zijn. Dezelfde loden zon zou eind augustus ook wel van de partij kunnen zijn. Bij wijze van test rijd ik 94 en 50 km in de plakkende hitte. Wat me snel opvalt, is een sterk verhoogde hartslag. Deze sluipt tot wel 20 slagen hoger dan anders. Bergop is dit duidelijk merkbaar. Reserves smelten bijgevolg sneller dan een frisco in een plakkerige kinderhand. Een tweede vaststelling is het lage zuurstofgehalte. Moedwillig tracht je dubbele liters naar binnen te pompen maar je blijft happen als een vis op het droge. Een laatste ‘hot item’ is toch wel de slappe thee in de bidons. Warm water drinken bij absurde temperaturen is even fijn als met Nieuwjaar de Noordzee in te duiken. Ik doe het als het moet, maar er zijn aangenamer dingen. Een vers gevulde bidon kraantjeswater wordt een hemelse heerlijkheid die bijgevolg geen 5 km meegaat.

Drie musketiers

Drie musketiers

Bommeke!!

Bommeke!!

Zondag belooft minder extreem te worden. Een Celsiusduik van 10 graden schenkt ons een ideaal fietsweertje. Een kwartet EnBloc vertrekt vanuit Balegem met onversneden goesting richting Zwalm. Om Les Brugeois aan wat klimwerk te helpen voorzie ik een parcours met een kleine 1500 verticale meters. Een gekruide rit dat ons over een pak bekende namen stuurt. Edelare, Ladeuze, Hoogberg, Kanarieberg, La Houppe, Berendries, Valkenberg enzoverder enzovoort. We gingen meer op neer dan pakweg 20 gemiddelde Vlaamse koppels per week (reken zelf maar uit). Bommeke doet zijn naam, op praktisch elke helling, alle eer aan. Al zakt het dynamietgehalte van ‘nucleair’ op de eerste muur tot ‘scheet in een fles’ tegen het einde.

Selfieeee!

Groep-ie

 

 

Maarten rijdt (zonder steunwieltjes) opvallend goed op de rijbaan en houdt zijn knieën zo goed naar binnen dat ook het tegenliggende verkeer vlotjes kan passeren. Steven kampt met naweeën van slapeloze zwoele zomeravonden en neemt zelfs de woorden off-day in de mond. Ik tracht mij onderweg bij te scholen in het ‘groep-selfies’ maken op de fiets en probeer nu en dan op een Bramplosie te anticiperen. Ik geniet met volle teugen van de imposante vergezichten en al even straffe kameraadschap. Na een pittige lus van 120 km schuiven we alle vier moe maar niet afgepeigerd onze voetjes onder de tuintafel. Klaar om een sliert pensen, een rist ribben en enkele kippen naar binnen te werken (met dank aan het thuisfront). Het dessert glijdt net op tijd binnen om de laatste 50 km van de oranje touretappe mee te pikken. Heerlijk! Topdag!